Kelp, ook bekend als blaaswier, was al bekend in de tijd van de Romeinen. Zuid-Engelse boeren gebruikten kelp als organische meststof om de grond te verbeteren. Het is een algensoort die groeit aan de rotsige kusten van de zeeën van het noordelijk halfrond, zoals Bretagne. Het bevat onder andere mineralen (vooral jodium), lipiden, sterolen en nog enkele andere stoffen zoals proteïnen en aminozuren die belangrijke bouwstenen vormen voor ons lichaam. Kelp verhoogt de basale stofwisseling en daarmee de vetverbranding. Het wordt daarom vaak toegepast in crèmes en gels tegen overgewicht en sinaasappelhuid (cellulite).