Allantoïne komt in de natuur voornamelijk voor in smeerwortel en in tarwekiemen. Het bevordert de wondgenezing, hydrateert de huid en activeert de celvernieuwing. Allantoïne lost de verklevingen tussen dode huidcellen op, waardoor de dode huidcellaag verdwijnt en er een zachte, gladde en soepele huid ontstaat. Het hydrateert de celwand en stelt de huid in staat zichzelf te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Omdat allantoïne de huid niet irriteert, maar juist verzacht en beschermt, is het met name ideaal voor mensen met een droge, gevoelige huid of huidaandoeningen zoals eczeem en psoriasis.